Poppetje gezien, kastje meteen weer dicht. De met extreem-rechts flirtende lijsttrekker Géza Hegedüs van de PVV (afdeling Rotjeknor) werd afgelopen week meteen via de achterdeur afgevoerd omdat hij nauwe banden onderhoudt met het ultrarechtse studiegenootschap Erkenbrand, waarvan moslimvreter Joost Niemöller zich ook al eens afkeerde. Ook heeft Hegedüs (54) op Facebook openlijk zijn steun betuigd aan de Britse Holocaust-ontkenner David Irving.
Dat was, zacht uitgedrukt, geen gelukkige start van de gemeenteverkiezingen van de PVV. In april had Wilders nog aangekondigd dat zijn partij in zestig gemeenten mee zou doen aan de raadsverkiezingen, maar vorige week moest hij toegeven dat dat zeker niet zou lukken wegens kandidaten die kwalitatief onder de maat waren, of zich niet konden verenigen met de opdracht uitsluitend op deïslamisering in te zetten. Daarom zou Wilders de kandidaat voor Rotterdam eigenhandig selecteren.
De val van Hegedüs heeft Geert Wilders te danken aan de Antifascistische onderzoeksgroep Kafka, die tenminste doet wat de partij nalaat: achtergronden checken.
Maar ook los van bedenkelijke banden met Erkenbrand, wat zijn eigenlijk de kwalificaties op grond waarvan Hegedüs tot Rotterdamse lijsttrekker werd verkozen? De man heeft nul bestuurlijke ervaring, leefde van een uitkering en had enkele bedrijfjes die het noemen niet waard zijn. Zijn Facebookprofiel staat vol met marcherende militairen.
Voor GeenStijl was het ook wel een pijnlijk momentje. Want waar het shockblog over de witte onderbroek van jolo maar niet uitgeschreven raakte, moet aan het bruine hemd van de ex-lijstrekkerd niet al te veel woorden worden vuilgemaakt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten