Het politieke nieuws in Amerika wordt deze zomer weer vaak geassocieerd met populisme, desinformatie en negatieve campagnevoering. Dit soort communicatie zorgt misschien voor vermakelijke nieuwsberichten en goede gesprekken bij de koffieautomaat, maar heeft ook negatieve gevolgen voor de maatschappij. Mensen raken hun vertrouwen in de democratie en instituten kwijt, stellen onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam.
ASCoR, het onderzoeksinstituut van Communicatiewetenschap aan de UvA, worden door de continu aanvallen op de gevestigde orde - of de elite - hun vertrouwen in de democratie of bepaalde instituten kwijt. Het zorgt voor polarisatie - of het idee daarvan - in de samenleving; wederzijds begrip en een respectvol dialoog lijken steeds moeilijker te worden. Mensen hebben zo minder makkelijk de mogelijkheid om op een genuanceerde manier in aanraking te komen met verschillende standpunten. Maar ook het praten over problemen als nepnieuws kan bijdragen aan wantrouwen. Als alles voor nep kan worden uitgemaakt, wat kunnen we dan nog wél geloven?
Vaak worden social media aangewezen als boosdoeners op het gebied van desinformatie en een dalend vertrouwen in de politiek. Maar volgens de Uva onderzoekers spelen de gevestigde media hier ook een grote rol in. Op sociale media zijn geen “poortwachters”, geen journalistieke codes en is er dus in feite geen filter. Maar gevestigde media hebben in de afgelopen jaren laten zien ook niet altijd een kritisch standpunt in te nemen ten opzichte van populistische politiek. Uiteindelijk wil een medium vooral publiek trekken, en negativiteit en conflict wordt nu eenmaal gezien als nieuwswaardig, dus dat scoort goed. Gevestigde media fungeren zo dus wel als spreekbuis.
Wat je aandacht geeft groeit, en wellicht is het soms beter om de aandacht te verschuiven naar constructievere benaderingen in de politieke communicatie en journalistiek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten